Eigen Haard
Masterplan voor de reno­va­tie en/​of ver­vang­bouw van 106 woningen

114 B 23 hoofdbeeld
  • Opdrachtgever
    Woonwel
  • Ontwerpteam
    urbain architectencollectief
  • Fase
    2018, wedstrijd, afgerond
  • Locatie
    Gistel

Waardering

De Eigen-Haardwijk te Gistel getuigt van een opval­lend ste­den­bouw­kun­dig plan en ken­mer­ken­de archi­tec­tu­ra­le vorm­ge­ving.. Het is een voor­beeld van een exper­ti­men­te­le laag­bouw par­kwijk. Het doet den­ken aan het Scandinavisch moder­nis­me, meer­be­paald de ont­wik­ke­lin­gen van Arne Jacobsen in Søholm en Jørn Utzon in Fredensborg.

De inplan­ting van de wonin­gen gebeur­de door clus­te­ring rond ver­keers­vrije groen­zo­nes. De groe­ne publie­ke ruim­tes zijn gene­reus en tot op van­daag erg uit­no­di­gend. Door het bun­de­len van de par­keer­zo­nes is er een beperk­te ruim­te-inna­me en is veel ruim­te voor groen. De inplan­ting is dus­da­nig dat er erg goe­de door­waard­baar­heid is voor voet­gan­gers en fiet­sers, langs tra­ge door­ste­ken. De wijk is daar­en­bo­ven goed ver­bon­den met de stads­kern van Gistel.

De wonin­gen wor­den ont­slo­ten via de groen­zo­nes. De inkom­par­tij­en zijn archi­tec­tu­raal uit­ge­werkt met over­dek­te inkom­deu­ren en gale­rij­en. Er is een diver­si­teit aan woon­ty­po­lo­gie­ën, met nadruk op één­ge­zins­wo­nin­gen, maar ook met aan­dacht voor aan­ge­past wonen. De omran­ding van de groen­zo­nes wordt gede­fi­ni­eerd door de diver­se woon­vo­lu­mes. De diver­si­teit aan volu­mes zorgt voor spe­ci­fi­ci­teit van de omran­ding. Interessant daar­bij zijn onder­meer de open en geslo­ten hoe­ken. Let bij­voor­beeld op de geslo­ten hoek die gevormd wordt door de bun­ga­low­ty­pes en de eengezinswoning.

De wonin­gen heb­ben een uit­ge­spro­ken archi­tec­tu­ra­le ver­schij­nings­vorm ver­wij­zen­de naar de eer­der ver­mel­de Scandinavische voor­beel­den. Dit met min­der alle­daag­se vor­men zoals gekop­pel­de les­se­naars­da­ken en gesta­pel­de zadel­da­ken. Volumetrisch zien we een boei­end spel van voor­uit en terug­sprin­gen­de gevel­de­len, wat even­wel com­plexe bouw­kno­pen genereert.

Vaststellingen

1. De gara­ge­boxen zijn ver­ou­derd en blok­ke­ren een aan­tal inte­res­san­te zich­ten. De ruim­te langs en tus­sen de boxen is wei­nig tot niet aan­trek­ke­lijk. Het vetus­te karak­ter en de nood­zaak om de boxen af te bre­ken biedt opportuniteiten.

2. Geen van de wonin­gen beant­woordt aan de hui­di­ge nor­men inza­ke ener­gie­pres­ta­tie. Velen van de wonin­gen zijn los daar­van aan reno­va­tie (of ver­van­ging) toe. 

3. Architecturaal gezien zijn de wonin­gen van de jaren 78-’80 de meest inte­res­san­te. Ze zijn bouw­fy­sisch ech­ter com­plexer (moei­lij­ke bouw­kno­pen) Bovendien zijn ze onder­ling niet ont­kop­peld waar­door akoes­ti­sche pro­ble­men moei­lijk tot niet oplos­baar zijn. De dag­licht­toe­tre­ding is net zoals de rela­tie met de bui­ten­ruim­te eer­der beperkt. De vrije hoog­tes en opper­vlak­te van ver­schil­len­de ruim­tes in deze wonin­gen vol­doen niet aan de hui­di­ge ont­werp­richt­lij­nen van de VMSW. Deze pro­ble­ma­tie­ken stel­len zich min­der in de wonin­gen van de jaren 81-’83.

Probleemstelling/​Uitdagingen

1. De wonin­gen zijn nog niet vol­le­dig door Woonwel afgeschreven.

2. Het is voor Woonwel erg belang­rijk dat in geval van afbraak en ver­van­ging van het patri­mo­ni­um de balans van het patri­mo­ni­um ten allen tij­de posi­tief is.

3. Maatschappelijk is belang­rijk voor de hui­di­ge bewo­ners van het patri­mo­ni­um ofwel tij­dens de reno­va­tie de hui­di­ge bewo­ning te garan­de­ren, ofwel een ver­nieuw­de of nieu­we woning op dezelf­de site te kun­nen aanbieden.

4. Wanneer geop­teerd wordt voor een 100% door VMSW gefi­nan­cier­de reno­va­tie (con­form EPB) impli­ceert dit dat ook de ont­werp­richt­lij­nen van de VMSW die­nen gevolgd te wor­den (vrije hoog­tes en oppervlaktenormen !)

5. De ste­den­bouw­kun­di­ge ver­or­de­ning van de stad Gistel legt op dat er in geval van een nieuw­bouw een­ge­zins­wo­ning dient vol­daan aan het voor­zien van 2 par­keer­plaat­sen per woonen­ti­teit (daar waar van­daag slechts 1 plaats voor­zien is per woonen­ti­teit, een- en meer­ge­zins­wo­nin­gen samen). In geval van een nieuw­bouw meer­ge­zins­wo­ning dient 1,25 par­keer­plaats per enti­teit te wor­den voorzien.

6. Het patri­mo­ni­um dient erg gron­dig te wor­den aan­ge­pakt. Het gaat over een fun­da­men­te­le aan­pak en niet lou­ter het ver­van­gen van de asbest­hou­den­de dak­be­kle­ding, ver­nieu­wen van het sani­tair en de tech­ni­sche installatie.

7. Het ste­den­bouw­kun­dig uit­gangs­punt van geclus­terd par­ke­ren en een mini­mum aan ver­har­de ruim­te ver­wa­tert enigs­zins op het uit­ein­de van de woon­wijk, ter hoog­te van de ont­wik­ke­ling van de jaren 80.

8. Een aan­tal wonin­gen in de wijk zijn niet meer het eigen­dom van Woonwel.

Opportuniteit

De ste­den­bouw­kun­di­ge figuur van ein­de jaren 1970, met geclus­terd par­ke­ren en wonin­gen gegroe­peerd rond auto­vrije groen­zo­nes, laat moge­lijk­he­den tot ver­dich­ting. Deze moge­lijk­he­den situ­e­ren zich in de zones van de gara­ge­boxen (die nog geheel het vol­le­di­ge eigen­dom zijn van Woonwel!)

We zien de moge­lijk­heid om de auto’s ook in de toe­komst te groe­pe­ren maar dan onder de grond. Een aan­tal par­keer­kel­ders kun­nen fun­ge­ren als de sok­kel (de fun­de­ring) waar­op een heel aan­tal nieu­we meer­ge­zins­wo­nin­gen kun­nen wor­den gere­a­li­seerd. De inna­me van open ruim­te door de auto wordt beperkt.

Het rea­li­se­ren van nieu­we wonin­gen (diver­se types: 1/2, 2/4, 3/4, 3/5) op de site biedt de moge­lijk­heid om het bestaan­de patri­mo­ni­um aan te pak­ken, zowel eco­no­misch als organisatorisch.

De ont­wik­ke­ling van de nieu­we wonin­gen kan gebeu­ren door in te zet­ten op de hui­di­ge open ruim­te struc­tuur. De toe­gan­gen tot de nieu­we wonin­gen kun­nen zich net zoals bij de bestaan­de wonin­gen situ­e­ren langs de open ruim­tes. De nieu­we wonin­gen kun­nen voor­zien wor­den van pri­va­te bui­ten­ruim­tes in de vorm van de ter­ras­sen. Daarnaast kun­nen deze nieu­we wonin­gen gebruik maken van de veel­heid aan open ruim­te in deze wijk. 

De nieu­we woon­ge­he­len zijn een toe­voe­ging aan de wijk. Het is een nieuw type ont­wik­ke­ling met knip­oog naar de bestaan­de: de open ruim­te als col­lec­tief idee, geclus­terd par­ke­ren, sta­pel­wo­nen (beperkt aan­tal bouw­la­gen, geen liftkokers), …

Broedplek

Het kan inte­res­sant zijn te den­ken aan een buurt­huis voor de wijk, doch geen buurt­huis in de klas­sie­ke zin. Wellicht is het zin­vol de invul­ling van een buurt­huis te laten ont­staan van­uit een pro­ject dat opge­start kan wor­den met de bewo­ners van de wijk en omge­ving errond.

We ver­wij­zen graag naar een pro­ject van de Stuyverij die in een soci­a­le woon­wijk Nieuwenhove te Oostkamp (Vivendo) ism de pro­vin­cie West-Vlaanderen een broed­plek heeft opge­start. Van daar­uit zijn diver­se blij­ven­de(!) ini­ti­a­tie­ven door bewo­ners opge­start. Opmerkelijk is dat in dit pro­ject de broed­plek voor­na­me­lijk gedra­gen werd door senioren.

Ook in Gistel zijn er kan­sen. Eén van de eer­ste thema’s waar­rond gewerkt zou kun­nen wor­den is evi­dent het reno­va­tie­pro­ject (tran­si­tie) zelf. Het spreekt voor zich dat ook bin­nen de omge­ving van een broed­plek kan gedacht wor­den over de invul­ling van de open ruim­te en het beheer ervan. We den­ken aan moes­tui­nen, speel­tuin, weides, …