Europapark
Nieuwe soci­a­le woonwijk

138 B 04
  • Opdrachtgever
    cvba Wonen
  • Ontwerpteam
    urbain architectencollectief
  • Fase
    2020, wedstrijd, afgerond
  • Bouwbudget
    8.700.000 euro excl. btw en erelonen
  • Locatie
    Zelzate
138 I

De pro­ject­zo­ne is toe­gan­ke­lijk via de Delfzijllaan en het Europaplein. In bei­de stra­ten wor­den we gecon­fron­teerd met een ande­re ruim­te­lij­ke erva­ring dan de straat­na­men doen vermoeden. 

We zien de oppor­tu­ni­teit om met dit pro­ject een meer gene­reu­ze ruim­te­lij­ke omge­ving te creëren pas­send bij deze naam­ge­vin­gen. Kwaliteitsvolle en ster­ke publie­ke ruim­te wil­len we inzet­ten om struc­tuur en samen­hang te bren­gen. Meer nog dan aan plei­nen en lanen, den­ken we aan park. We ver­beel­den ons de nieu­we wonin­gen inge­bed in een Europapark’.

Er kun­nen staps­ge­wijs een aan­tal zaken wor­den aan­ge­pakt om te evo­lu­e­ren tot deze park­om­ge­ving. Deze omge­ving vormt voor ons het kader voor het toe­kom­sti­ge wonen waar­voor we een aan­tal geschik­te woon­ty­pes heb­ben uitgewerkt. 

Mobiliteit

Op van­daag wordt er gepar­keerd op straat, in de voor­tuin­stro­ken en op de cen­tra­le par­king ter hoog­te van de appar­te­ments­ge­bou­wen aan het Europaplein. De wagen is op van­daag zeer aan­we­zig in het straat­beeld en de publie­ke ruimte. 

Dit gege­ven zou­den we kun­nen omvor­men. We den­ken aan de intro­duc­tie van drie par­keer­ha­vens­op­de­hoe­ken­van­de­si­te: een­eer­ste­ter­hoog­t­evan­de­par­king­van de post, een twee­de ter hoog­te van de school en een die aan­sluit op de Winkelstraat. Ze zijn zo gepo­si­ti­o­neerd dat elke woning zich bevindt bin­nen een straal van 60m van een par­keer­ha­ven. Door het par­ke­ren te clus­te­ren krijgt de auto een plaats bin­nen het geheel zon­der dat het domi­nant wordt. Door het clus­te­ren kun­nen we financiële inves­te­rin­gen voor het par­ke­ren ook beperkt hou­den. Bovendien, mocht op ter­mijn de behoef­te aan par­keer­plaat­sen ver­min­de­ren, kan een deel van de par­keer­op­per­vlak­te mee onder­deel wor­den van de parkruimte. 

Vergroenen

Het par­ke­ren voor­zien aan de rand van de site zorgt ervoor dat de par­keer­druk op de site ver­dwijnt. De publie­ke ruim­te kan zo goed als auto­vrij wor­den inge­richt. Uiteraard die­nen er voor­zie­nin­gen te blij­ven om ver­huis­be­we­gin­gen moge­lijk te maken én om hulp­dien­sten toe­gang te geven. 

Er ont­staan moge­lijk­he­den om in te zet­ten op ont­har­ding en de publie­ke ruim­te in te rich­ten als ver­blijfs­ruim­te én als een ruim­te op maat van de fiet­ser en de voet­gan­ger. Een kans om te vergroenen! 

We zien, daar­bij aan­slui­tend, bij­ko­men­de oppor­tu­ni­tei­ten om de bestaan­de voet­we­gen ach­ter de wonin­gen te ver­bre­den en aan te vul­len. Daardoor kan de door­waad­baar­heid wor­den ver­groot en kun­nen deze ruim­tes ook deel wor­den van de parkruimte. 

Denser bou­wen

Vandaag telt de site 50 ééngezinswoningen. Vraag is om dit aan­tal op te drij­ven naar 5870 wonin­gen. Met behoud van de hui­di­ge typo­lo­gie, grond­ge­bon­den ééngezinswoningen, is dit moei­lijk haal­baar. Er kun­nen hoog­stens een aan­tal nieu­we enti­tei­ten wor­den tus­sen­ge­scho­ven. Door twee nieu­we woontypologieën te intro­du­ce­ren is dit wel moge­lijk: sta­pel­wo­nin­gen en meer­ge­zins­wo­nin­gen. Met deze typologieën kun­nen we een hoge­re den­si­teit rea­li­se­ren met een beperk­te gron­din­na­me.
Met de sta­pel­wo­nin­gen en klein­scha­li­ge bouw­vo­lu­mes met meer­ge­zins­wo­nin­gen kun­nen we wonin­gen aan­bie­den die nog steeds een bepaald grond­ge­bon­den karak­ter behouden. 

Zoals hier­bo­ven aan­ge­ge­ven is de par­kruim­te een oppor­tu­ni­teit. De wonin­gen die we voor ogen heb­ben zou­den hier maxi­maal van kun­nen pro­fi­te­ren. Meer nog, de wonin­gen kun­nen het gege­ven van een par­kruim­te mee ver­ster­ken. We zijn er ons van bewust dat een moge­lijk ont­har­dings­pro­ject van de publie­ke ruim­te een ande­re tijds­lijn kan heb­ben dan de rea­li­sa­tie van de nieu­we wonin­gen. Rekening hou­dend met een faseer­baar­heid, hou­den we bij het voor­stel van de wonin­gen reke­ning met de hui­di­ge inrich­ting van de publie­ke ruim­te en de eigen­doms­gren­zen. Zelfs met behoud van de hui­di­ge wege­nis en ver­har­din­gen blaast de nieu­we woon­ont­wik­ke­ling nieuw leven in deze ruim­te­lij­ke omgeving.