Bloemistenvilla
Verbouwing en ener­ge­ti­sche upda­te gezinswoning

030 F 38
  • Opdrachtgever
    Privé
  • Ontwerpteam
    urbain architectencollectief (architectuur)
    Sileghem & Partners (stabiliteit)
  • Fase
    2014, opgeleverd
  • Locatie
    Zomergem
  • Fotograaf
    Filip Dujardin
030 I

Het betrof een alleen­staan­de woning met aan­ge­bouw­de keu­ken en een vrij­staan­de schuur op een ruim per­ceel met boom­gaard. De woning staat boven­aan een heu­vel­rug, schuift iets uit de hel­ling en kijkt uit over de lan­de­rij­en aan de ande­re kant van de Guido Gezellestraat.

De woning komt niet voor op de lijst van bouw­kun­dig erf­goed, maar draagt wel in belang­rij­ke mate bij aan de his­to­ri­sche ste­den­bouw­kun­di­ge set­ting van de Guido Gezellestraat. Het was een belang­rij­ke uit­da­ging om de vraag naar uit­brei­ding en extra com­fort te ver­zoe­nen met deze erf­goed­waar­de en boven­dien te zoe­ken naar nieu­we bouw­kun­di­ge en land­schap­pe­lij­ke waar­de van de woning.

Door de posi­tie van de bestaan­de schuur was er geen rela­tie tus­sen de leef­ruim­ten en de ach­ter­lig­gen­de tuin. De schuur werd daar­om afge­bro­ken en een nieuw volu­me met gara­ge, tuin­ber­ging en hob­by­ruim­te werd opge­trok­ken aan het uit­ein­de van de tuin en vormt er eigen­lijk de cou­lis­sen voor de acti­vi­tei­ten in de tuin.

De oor­spron­ke­lij­ke vil­la was niet groot, ze bestond uit 8 kamers, gescha­keld rond een cen­tra­le traphal.

Voor de uit­brei­ding van de woning werd de idee van kamers ver­der uit­ge­werkt in de plan­op­bouw. Zo ont­stond een huis met vele kamers op maat, waar­in de bewo­ners steeds weer een plek kun­nen opzoe­ken die ze zich kun­nen toeëigenen:

de zoon des hui­zes heeft rust gevon­den in zijn vogel­nest’ onder het ver­vorm­de dak, vader geniet van zijn nieu­we werk­plek in de erker, moe­der leest een boek in de bibli­o­theek­kast, de doch­ters vin­den hun ver­bor­gen kamers in de kast,…

De ver­nieuw­de vil­la is groot, ze bestaat uit 18 kamers. Daarmee is de woon­op­per­vlak­te nage­noeg verdubbeld.

De kamers kun­nen op een­vou­di­ge wij­ze afge­slo­ten of samen­ge­voegd wor­den, waar­door een flexi­be­le invul­ling moge­lijk blijft. Daarbij is veel aan­dacht besteed aan visu­e­le lin­ken die het boven­dien moge­lijk maken op diver­se plaat­sen door de woning heen te kij­ken. Door de keu­zes in plan­op­bouw en sne­de ont­staan er diver­se opeen­vol­gen­de ruim­te­lij­ke ervaringen.

Veel onder­zoek werd gevoerd naar de juis­te ruim­te­lij­ke ver­ta­ling van het ontwerp.

Op de zol­der­ver­die­ping krijgt een bij­ko­men­de slaap­ka­mer een plaats onder een ver­vormd dak. Het opge­klap­te dak geeft een gepast ant­woord op de vor­men­taal van het bestaan­de man­sar­de­dak. De nok­lijn blijft er gelijk, maar ter hoog­te van de hoe­ken wordt de kroon­lijst omhoog getrok­ken, wat bin­nen meer vrije hoog­te gene­reert. De dyna­miek van het opklap­pen van het dak ver­taalt zich ook in de com­po­si­tie van de ramen in de aty­pi­sche puntgevel.

De keu­ze voor een gron­di­ge ener­ge­ti­sche upda­te impli­ceer­de een door­ge­dre­ven iso­la­tie van de gebouwschil.

De toe­pas­sing van een gevel­pleis­ter maakt het moge­lijk oud en nieuw samen te bren­gen en visu­eel een nieu­we een­heid te krij­gen. Er werd beslo­ten om op zoek te gaan naar een juist type pleis­ter (tex­tuur en kleur) en door­dach­te detail­le­ring en mate­ri­a­li­se­ring (muur­kap­pen, schrijn­werk, dor­pels, plin­ten) die de bana­li­teit van vele ande­re pleis­ter­ge­vels overstijgen.