West-Bruggekwartier
Opmaak van deel­plan­nen voor de Brugse binnenstad

052 B 16
  • Opdrachtgever
    Stad Brugge
  • Ontwerpteam
    tv urbain architectencollectief +
    Architectenbureau Bart Dehaene (architectuur en stedenbouw)
    Geert Eggermont (erfgoedexpert)
    Buitenruimte (landschapsarchitect)
    Traject nv (mobiliteit)
  • Fase
    2015, studieopdracht, afgerond
  • Locatie
    Stadskwartier West-Brugge
  • Hoofdbeeld
    Jade Kerremans

Veranderingen in de stad ver­tel­len de geschie­de­nis van de stad. Ze kun­nen soms behoor­lijk destruc­tief zijn, maar even­goed heb­ben ze het ver­mo­gen een nieu­we kwa­li­teit te rea­li­se­ren die bij­draagt tot de leef­baar­heid, de leven­dig­heid en de aan­trek­ke­lijk­heid ervan. Wat in de 19e eeuw een onaan­vaard­ba­re breuk leek met het mid­del­eeuw­se patroon wordt van­daag geroemd om zijn ste­den­bouw­kun­di­ge kwa­li­teit en archi­tec­tu­ra­le een­heid. Elke eeuw vraagt zijn eigen getui­gen, en ver­sterkt de gelaagd­heid van de stad. Daarom moet nieu­we archi­tec­tuur moge­lijk blij­ven en mag de stad niet bevrie­zen tot een muse­um­stad.’ (slot­woord bro­chu­re Brugge Werelderfgoedstad’)

Brugge kent reeds een lan­ge geschie­de­nis en een rij­ke tra­di­tie van ruim­te­lij­ke plan­ning. De stads­plan­ning dient steeds weer om te gaan met de fra­gie­le balans tus­sen behoud en trans­for­ma­tie. Naar aan­lei­ding van de vra­gen en aan­be­ve­lin­gen van UNESCO, omtrent het behoud en het beheer van het werel­derf­goed, werd door de Stad Brugge over­ge­gaan tot de opmaak van een mana­ge­ment­plan. In dit mana­ge­ment­plan werd een gedif­fe­ren­ti­eerd juri­disch instru­men­ta­ri­um opge­steld om hier­op een ant­woord te geven: de oprich­ting van een exper­ten­com­mi­sie, de opmaak van deel­plan­nen, een hoog­bouw­stu­die en het wer­ken met land­schaps­zich­ten’ om bewa­ring en bescher­ming te beko­men zon­der de vol­le­di­ge Brugse Binnenstad te moe­ten beschermen.

De deel­plan­nen voor de Brugse stads­kwar­tie­ren zijn bedoeld als door­ge­dre­ven ken­nis­dos­siers op wijk­ni­veau. Ze wor­den opge­maakt als ste­den­bouw­kun­di­ge ont­wik­ke­lings­mo­del­len die gericht zijn op behoud en her­waar­de­ring van de his­to­ri­sche stad, maar even­goed op flexi­bi­li­teit en groei in func­tie van buurt­ge­bon­den noden en wensen.

De deel­plan­stu­die bestaat uit 3 onderdelen:

A. inven­ta­ri­sa­tie­plan­nen

de ste­de­lij­ke struc­tuur en gelaagd­heid wordt onder­zocht en beschre­ven op basis van een door­ge­dre­ven bouw­blok­on­der­zoek en lezing van his­to­ri­sche bronnen. 

B. eva­lu­a­tie­plan­nen

de eva­lu­a­tie­plan­nen bren­gen de waar­de van het ste­de­lij­ke land­schap in kaart in al haar ele­men­ten: de ste­de­lij­ke struc­tuur, pand­ge­bon­den erf­goed­waar­de­ring, open ruim­tes, pri­vaat vs. publiek, ver­hard vs. groen.

C. pro­jec­tie­plan­nen

de pro­jec­tie­plan­nen bren­gen de bevin­din­gen van de voor­af­gaan­de ana­ly­se en eva­lu­a­tie in kaart, en dit op twee niveau’s.

— een pre­ser­va­tie­plan in func­tie van het behoud en de her­waar­de­ring van erf­goed­waar­den en stads­land­schap­pe­lij­ke waarden

— een bedoe­lin­gen­plan en ont­wik­ke­lings­mo­del voor toe­kom­sti­ge ver­an­de­rin­gen deze plan­nen kun­nen later op een een­vou­di­ge wij­ze ver­taald wor­den in een RUP.