-
Opdrachtgever
Woonwel -
Ontwerpteam
urbain architectencollectief -
Fase
2018, wedstrijd, afgerond -
Locatie
Gistel
Eigen Haard
Masterplan voor de renovatie en/of vervangbouw van 106 woningen
-
Opdrachtgever
Woonwel -
Ontwerpteam
urbain architectencollectief -
Fase
2018, wedstrijd, afgerond -
Locatie
Gistel
Waardering
De Eigen-Haardwijk te Gistel getuigt van een opvallend stedenbouwkundig plan en kenmerkende architecturale vormgeving.. Het is een voorbeeld van een expertimentele laagbouw parkwijk. Het doet denken aan het Scandinavisch modernisme, meerbepaald de ontwikkelingen van Arne Jacobsen in Søholm en Jørn Utzon in Fredensborg.
De inplanting van de woningen gebeurde door clustering rond verkeersvrije groenzones. De groene publieke ruimtes zijn genereus en tot op vandaag erg uitnodigend. Door het bundelen van de parkeerzones is er een beperkte ruimte-inname en is veel ruimte voor groen. De inplanting is dusdanig dat er erg goede doorwaardbaarheid is voor voetgangers en fietsers, langs trage doorsteken. De wijk is daarenboven goed verbonden met de stadskern van Gistel.
De woningen worden ontsloten via de groenzones. De inkompartijen zijn architecturaal uitgewerkt met overdekte inkomdeuren en galerijen. Er is een diversiteit aan woontypologieën, met nadruk op ééngezinswoningen, maar ook met aandacht voor aangepast wonen. De omranding van de groenzones wordt gedefinieerd door de diverse woonvolumes. De diversiteit aan volumes zorgt voor specificiteit van de omranding. Interessant daarbij zijn ondermeer de open en gesloten hoeken. Let bijvoorbeeld op de gesloten hoek die gevormd wordt door de bungalowtypes en de eengezinswoning.
De woningen hebben een uitgesproken architecturale verschijningsvorm verwijzende naar de eerder vermelde Scandinavische voorbeelden. Dit met minder alledaagse vormen zoals gekoppelde lessenaarsdaken en gestapelde zadeldaken. Volumetrisch zien we een boeiend spel van vooruit en terugspringende geveldelen, wat evenwel complexe bouwknopen genereert.
Vaststellingen
1. De garageboxen zijn verouderd en blokkeren een aantal interessante zichten. De ruimte langs en tussen de boxen is weinig tot niet aantrekkelijk. Het vetuste karakter en de noodzaak om de boxen af te breken biedt opportuniteiten.
2. Geen van de woningen beantwoordt aan de huidige normen inzake energieprestatie. Velen van de woningen zijn los daarvan aan renovatie (of vervanging) toe.
3. Architecturaal gezien zijn de woningen van de jaren ’78-’80 de meest interessante. Ze zijn bouwfysisch echter complexer (moeilijke bouwknopen) Bovendien zijn ze onderling niet ontkoppeld waardoor akoestische problemen moeilijk tot niet oplosbaar zijn. De daglichttoetreding is net zoals de relatie met de buitenruimte eerder beperkt. De vrije hoogtes en oppervlakte van verschillende ruimtes in deze woningen voldoen niet aan de huidige ontwerprichtlijnen van de VMSW. Deze problematieken stellen zich minder in de woningen van de jaren ’81-’83.
Probleemstelling/Uitdagingen
1. De woningen zijn nog niet volledig door Woonwel afgeschreven.
2. Het is voor Woonwel erg belangrijk dat in geval van afbraak en vervanging van het patrimonium de balans van het patrimonium ten allen tijde positief is.
3. Maatschappelijk is belangrijk voor de huidige bewoners van het patrimonium ofwel tijdens de renovatie de huidige bewoning te garanderen, ofwel een vernieuwde of nieuwe woning op dezelfde site te kunnen aanbieden.
4. Wanneer geopteerd wordt voor een 100% door VMSW gefinancierde renovatie (conform EPB) impliceert dit dat ook de ontwerprichtlijnen van de VMSW dienen gevolgd te worden (vrije hoogtes en oppervlaktenormen !)
5. De stedenbouwkundige verordening van de stad Gistel legt op dat er in geval van een nieuwbouw eengezinswoning dient voldaan aan het voorzien van 2 parkeerplaatsen per woonentiteit (daar waar vandaag slechts 1 plaats voorzien is per woonentiteit, een- en meergezinswoningen samen). In geval van een nieuwbouw meergezinswoning dient 1,25 parkeerplaats per entiteit te worden voorzien.
6. Het patrimonium dient erg grondig te worden aangepakt. Het gaat over een fundamentele aanpak en niet louter het vervangen van de asbesthoudende dakbekleding, vernieuwen van het sanitair en de technische installatie.
7. Het stedenbouwkundig uitgangspunt van geclusterd parkeren en een minimum aan verharde ruimte verwatert enigszins op het uiteinde van de woonwijk, ter hoogte van de ontwikkeling van de jaren ’80.
8. Een aantal woningen in de wijk zijn niet meer het eigendom van Woonwel.
Opportuniteit
De stedenbouwkundige figuur van einde jaren 1970, met geclusterd parkeren en woningen gegroepeerd rond autovrije groenzones, laat mogelijkheden tot verdichting. Deze mogelijkheden situeren zich in de zones van de garageboxen (die nog geheel het volledige eigendom zijn van Woonwel!)
We zien de mogelijkheid om de auto’s ook in de toekomst te groeperen maar dan onder de grond. Een aantal parkeerkelders kunnen fungeren als de sokkel (de fundering) waarop een heel aantal nieuwe meergezinswoningen kunnen worden gerealiseerd. De inname van open ruimte door de auto wordt beperkt.
Het realiseren van nieuwe woningen (diverse types: 1/2, 2/4, 3/4, 3/5) op de site biedt de mogelijkheid om het bestaande patrimonium aan te pakken, zowel economisch als organisatorisch.
De ontwikkeling van de nieuwe woningen kan gebeuren door in te zetten op de huidige open ruimte structuur. De toegangen tot de nieuwe woningen kunnen zich net zoals bij de bestaande woningen situeren langs de open ruimtes. De nieuwe woningen kunnen voorzien worden van private buitenruimtes in de vorm van de terrassen. Daarnaast kunnen deze nieuwe woningen gebruik maken van de veelheid aan open ruimte in deze wijk.
De nieuwe woongehelen zijn een toevoeging aan de wijk. Het is een nieuw type ontwikkeling met knipoog naar de bestaande: de open ruimte als collectief idee, geclusterd parkeren, stapelwonen (beperkt aantal bouwlagen, geen liftkokers), …
Broedplek
Het kan interessant zijn te denken aan een buurthuis voor de wijk, doch geen buurthuis in de klassieke zin. Wellicht is het zinvol de invulling van een buurthuis te laten ontstaan vanuit een project dat opgestart kan worden met de bewoners van de wijk en omgeving errond.
We verwijzen graag naar een project van de Stuyverij die in een sociale woonwijk Nieuwenhove te Oostkamp (Vivendo) ism de provincie West-Vlaanderen een broedplek heeft opgestart. Van daaruit zijn diverse blijvende(!) initiatieven door bewoners opgestart. Opmerkelijk is dat in dit project de broedplek voornamelijk gedragen werd door senioren.
Ook in Gistel zijn er kansen. Eén van de eerste thema’s waarrond gewerkt zou kunnen worden is evident het renovatieproject (transitie) zelf. Het spreekt voor zich dat ook binnen de omgeving van een broedplek kan gedacht worden over de invulling van de open ruimte en het beheer ervan. We denken aan moestuinen, speeltuin, weides, …