-
Opdrachtgever
Intercommunale Leiedal -
Ontwerpteam
urbain architectencollectief, hoofdaannemer (architect en coördinator ontwerpteam)
Sileghem en Partners (stabiliteit)
Henk Pijpaert Engineers (technieken)
Bureau Bouwtechniek (duurzaamheid/BIM) -
Fase
2020, Open Oproep, 2e laureaat -
Bouwbudget
5.500.000 euro excl. btw en erelonen -
Locatie
Kennedypark (Kortrijk) -
Visualisatie 3D
2G Architectural Graphics -
Prijzen
Laureaat BIS Architectuurwedstrijd - Circulair Bouwen - 2022
Kantoorgebouw Leiedal
Nieuwbouw low-tech kantoren
-
Opdrachtgever
Intercommunale Leiedal -
Ontwerpteam
urbain architectencollectief, hoofdaannemer (architect en coördinator ontwerpteam)
Sileghem en Partners (stabiliteit)
Henk Pijpaert Engineers (technieken)
Bureau Bouwtechniek (duurzaamheid/BIM) -
Fase
2020, Open Oproep, 2e laureaat -
Bouwbudget
5.500.000 euro excl. btw en erelonen -
Locatie
Kennedypark (Kortrijk) -
Visualisatie 3D
2G Architectural Graphics -
Prijzen
Laureaat BIS Architectuurwedstrijd - Circulair Bouwen - 2022
Het Kennedypark, kind van de tijd, is gebouwd op maat van de auto. Er dienen zich kansen aan om het Kennedypark deel te laten zijn van een oost-west georiënteerd fiets-en wandelnetwerk. Daardoor kan het Kennedypark aansluiting vinden met de andere ruimtelijke ontwikkelingen op Hoog-Kortrijk. De ambitie van Kortrijk 2025, een stedenbouw van het alledaagse, kan in de praktijk worden gebracht. Het nieuwe kantoorgebouw van Leiedal, een nieuw huis voor de huispartners van Leiedal en andere geïnteresseerde organisaties, kan een aandrijver worden om het Kennedypark te zien en te ontwikkelen als een parkomgeving.
Het voorstel is een parkgebouw dat zich in hoofdzaak richt naar de fiets-en wandeldoorsteek doorheen het Kennedypark. Langs deze doorsteek kan zich een park ontwikkelen met opeenvolgende open plekken naar het voorbeeld van de meadow die vandaag gerealiseerd is tussen de Villa Voka en laatste uitbreiding op de Leiedalsite.
Het parkgebouw bestaat uit een galerij en een volume van 7 vloerlagen. Elke vloerlaag heeft een vrij vloerplan en is vrij opdeelbaar en inrichtbaar. Enkel twee centrale kokers en de openingen in de dragende buitenschil zijn bepalend. Voor de raamopeningen is gezocht naar een ideale verhouding tussen daglichttoetreding en zichten ten opzichte van de warmtecapaciteit. Aan de galerij zijn lift, trappenpartijen en sanitair gelinkt. De galerij zelf vormt een informele ruimte ten opzichte van de meer formele kantooroppervlakken die elk autonoom kunnen functioneren.
Het gebouw is een no tech gebouw voorzien van een low tech ondersteuning. De principes van het naar voren geschoven referentiegebouw 2226 van de architecten Baumschlager & Eberle gelden als leidraad. Ze worden bijgestuurd waar nodig. Dit om zoals gevraagd én een low tech én een circulair gebouw te realiseren op Vlaamse bodem.
De vrije vloerplannen bieden een maximale planflexibiliteit. Dit laat toe vrij om te gaan met om het even welke kantoorinrichting vandaag en morgen. Bovendien is het ook mogelijk andere functies zoals school- en woonruimtes in het gebouw onder te brengen. Er is ingezet op een zeer goed geïsoleerd gebouw met veel daglichttoetreding en mooie zichten naar buiten. Net zoals het gebouw 2226 behoeft het kantoor in normale omstandigheden geen energie. Het is er in de zomer niet te warm en in de winter warm genoeg door de isolatiewaarden en de inertie van het gebouw zelf. Het gebouw wordt natuurlijk geventileerd door de ramen te openen. De galerij fungeert als een zonnewering in de zomer en een warmtebuffer in de winter. In de zomer is de galerij open, in de winter gesloten. Om in alle omstandigheden, zoals bijvoorbeeld bij een mindere bezetting van het gebouw of bij een langdurige warmtepiek, het comfort te waarborgen is een ondersteunend systeem voorzien. Dit ondersteunend syteem zorgt voor een bijkomende mechanische ventilatie (systeem D) via de 2 kokers in het gebouw en een betonkernactivering (warm/koud) van de betonnen vloeren. Door het ontwerp van het gebouw wordt de behoefte aan koeling en warmte geminimaliseerd waardoor de energievraag van het ondersteunend systeem beperkt blijft. De efficiëntie van het systeem is hoog en de te gebruiken energie is hernieuwbaar.